relacionamento

Betekenis (Engels)

1. (masculine) relationship (connection or association)
2. (masculine) the act of relating (making a connection)
3. (masculine) relationship (a romantic or sexual involvement)

Met koppelteken als

re‧la‧ci‧o‧na‧men‧to

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ʁe.la.si.o.naˈmẽ.tu/

Etymologie (Engels)

From relacionar (“to relate; to make a connection”) + -mento, from relação (“relation”), from Latin relātiō (“bringing back”).

Zinnen

Viver juntos significa viver juntos , compartilhar objetivos e ter um bom relacionamento .

Samenleven betekent samenleven, doelen delen en een goede relatie hebben.

Faremos isso mudando os ritmos , padrões de comportamento e , claro , alterando o relacionamento .

We zullen dit doen door de ritmes, gedragspatronen te veranderen en natuurlijk de relatie te veranderen.