Betekenis (Engels)

Frequentie

A1
Met koppelteken als
fei‧to
Uitgesproken als (IPA)
/ˈfej.tu/
Etymologie (Engels)

In summary

From Old Galician-Portuguese feito, from Latin factum. Doublet of facto/fato.

Nieuw
fazer

  1. (transitive) to make
  2. (transitive) to make
  3. (auxiliary, transitive) to make
  4. (transitive) to make
  5. (transitive) to make
  6. (intransitive) to play; to pretend to be
  7. (transitive) to turn; to reach an age; to have a birthday
  8. (transitive) to sell (something) [with por ‘for a given price’] (usually to make cheaper in a bargain)
  9. (transitive) to attend a course (academic or not)
  10. (impersonal, transitive) to pass (said of time)
  11. (impersonal, transitive) to be; to occur (said of a weather phenomenon)

Voeg dit toe aan je bladwijzers

Verbeter je uitspraak

Portugees

Begin met het leren Portugees met learnfeliz .

Oefen met het spreken en memoriseren van " feito " en vele andere woorden en zinnen in Portugees .

Ga naar onze Portugees

Notes

Sign in to write sticky notes
Doorgaan