algema

Betekenis (Engels)

Noun

handcuff, manacle, shackle

Verb

1. (form-of, indicative, present, singular, third-person) inflection of algemar:
2. (form-of, imperative, second-person, singular) inflection of algemar:

algemar

to handcuff (apply handcuffs)

Lees verder

Concepten

handboeien

boeien

struikelblok

deurkruk

waarloos

handboei

Handboeien

Synoniemen

cadeia

ferros

grilhão

Algemas

Vertalingen

esposas

Handschellen

manette

kelepçe

χειροπέδη

menottes

manetta

manacle

manicae

Handschelle

handcuffs

shackle

shackles

menotte

Uitgesproken als (IPA)

/awˈʒẽ.mɐ/

Etymologie (Engels)

Geleend van Arabisch: جامعة

In summary

Borrowed from Arabic الجَامِعَة (al-jāmiʕa, “a shackle of iron, collecting together the two hands to the neck”), from the active participle of جَمَعَ (jamaʕa, “to collect”).