construção

Betekenis (Engels)

construction, building (act or process of building)

Concepten

gebouw

perceel

bouwwerk

bouwsel

🚧

constructie

🚧

bouw

bouwen

herenhuis

assemblage

Synoniemen

edifício

edificação

fabricação

ensambladura

ensamblagem

Edificio

mansão

contrapção

Vertalingen

construcción

🚧

construction

🚧

construction

🚧

building

Bau

costruzione

🚧

Bauwerk

construcció

🚧

Gebäude

Aufbau

🚧

bâtiment

aedificatio

edifici

Bauen

Uitgesproken als (IPA)

/kõs.tɾuˈsɐ̃w̃/

Etymologie (Engels)

Geleend van Latijn: constructio

Verwant aan Galicisch: construción

In summary

Borrowed from Latin cōnstructiōnem. Compare with Galician construción.

Zinnen

Eu trabalho na construção civil .

Ik werk in de bouw.

Trabalhadores da construção civil a trabalhar à noite .

Construction workers working at night.

Um cara de construção com seu capacete está falando no telefone .

Een bouwman met je helm praat aan de telefoon.

O trabalho na construção do prédio principal começará dentro das próximas semanas .

Het werk bij het bouwen van het hoofdgebouw begint binnen de komende weken.

Uma equipe de construção trabalhando em trilhos .

Een bouwteam dat op rails werkt.

A nova loja Carrefour está prestes a começar a construção .

De nieuwe Carrefour -winkel staat op het punt om te beginnen met bouwen.