B2

trafił

Betekenis

third-person singular masculine past of trafić

Met koppelteken als
tra‧fił
Geslacht
♂️ Mannelijk
Uitgesproken als (IPA)
/ˈtra.fiw/
trafić

  1. to hit (to touch in the right place) [+ w (accusative) = something]
  2. to reach, to get to [+ do (genitive) = somewhere]
  3. to come across, to find, to run into [+ na (accusative) = something]
  4. (colloquial) to happen unexpectedly
  5. (colloquial) to come unexpectedly
  6. (colloquial) to occur from time to time

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " trafił " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze Pools cursuspagina

Comments