sądziłem

Betekenis

first-person singular masculine past of sądzić

Frequentie

Met koppelteken als

są‧dzi‧łem

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/sɔɲˈd͡ʑi.wɛm/

🧑‍⚖️

Nieuw

sądzić

to judge; to try (to preside over a legal case in order to determine someone's fate in court)
to judge, to deem (to evaluate or assess someone)
to think; to suppose; to presume (to hold an opinion) [with o (+ locative) ‘about whom/what’],
to judge (to to administer justice, to exercise judicial power)
to grant; to allocate
(obsolete) to judge (to assess negatively)
(colloquial) to litigate (to go to law) [with z (+ instrumental) ‘with whom’],
(obsolete) to be judged (to be evaluated or assessed)
(obsolete) to be held; to take place
(obsolete) to judge oneself (to consider oneself, to deem oneself)

Markeer dit

Arrow pointing to the button

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " sądziłem " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze Pools cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Zinnen

Nigdy nie sądziłem że tak mi się to spodoba .

Ik had nooit gedacht dat ik het zo leuk zou vinden.

Questions