szczęka
Betekenis
-
- jaw
- maxilla
- mandible, one of a pair of mouthparts of an arthropod designed for holding food
Frequentie
Met koppelteken als
szczę‧ka
Uitgesproken als (IPA)
/ˈʂt͡ʂɛŋ.ka/
Etymologie
Inherited from Proto-Slavic *ščeka.
Nieuw
szczękać
- to chatter (of teeth)
- to clang (to make a loud ringing noise)
Begin met het leren van Pools met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " szczęka " en vele andere woorden en zinnen in Pools .
Ga naar onze Pools cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes