galopował

Betekenis

third-person singular masculine past of galopować

Met koppelteken als
ga‧lo‧po‧wał
Geslacht
♂️ Mannelijk
Uitgesproken als (IPA)
/ɡa.lɔˈpɔ.vaw/
galopować

  1. to canter (to move at a canter)
  2. to canter (to ride a horse at a canter)
  3. to dash, to gallop (to run fast)
  4. (colloquial) to rush (to hurry; to perform a task with great haste)
  5. to gallop (to progress rapidly)

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " galopował " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze Pools cursuspagina
Zinnen
" Im   dalej   szło , tem  prędzej   galopował   mój   ogier ."

"Hoe verder het was, hoe eerder mijn hengst galoppeerde."

Comments