zwaard

Betekenis (Engels)

1. (neuter) a sword, heavy blade weapon
2. (neuter) a leeboard

Synoniemen

slagzwaard

degen

mes

🔪

sabel

vleugel

Vertalingen

sword

Schwert

espada

épée

kılıç

şûr

glaive

şimşûr

epee

-er

Uitgesproken als (IPA)

/zʋaːrt/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: swert

Overgenomen van Old Dutch: swert

Verwant aan Zweeds: värja

Verwant aan Old Saxon: swerd

Verwant aan Nedersaksisch: Sweerd

Verwant aan Oudhoogduits: swert

Verwant aan Duits: Schwert

Verwant aan Old Frisian: swerd

Verwant aan Fries: swurd

Verwant aan Oudengels: sweord

Verwant aan Engels: sword

Verwant aan Oudnoors: sverð

Verwant aan Deens: sværd

Verwant aan Zweeds: svärd

In summary

From Middle Dutch swert, swaert, from Old Dutch swert, from Proto-West Germanic *swerd, from Proto-Germanic *swerdą, of uncertain origin; see there for more.