zaal
Betekenis (Engels)
- (feminine) room, hall
- (feminine) ward in a hospital or similar medical or caregiving institute
- (feminine,historical) Germanic single-room home
Concepten
zaal
zadel
salon
kamer
ruimte
hal
vertrek
auditorium
aula
gehoorzaal
huiskamer
living
woonkamer
woonvertrek
zitkamer
plaatsruimte
slaapkamer
slaapvertrek
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/zaːl/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch sale, from Old Dutch sala, from Proto-West Germanic *sali, from Proto-Germanic *saliz.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " zaal " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina