Mannelijk

zondag

Betekenis (Engels)

Sunday

Synoniemen

Frequentie

B1
Uitgesproken als (IPA)
/ˈzɔndɑx/
Etymologie (Engels)

In summary

From Middle Dutch sondach, sonnendach, from Old Dutch sunnadag (1151-1200; Reimbibel), from Proto-West Germanic *sunnōn dag (“day of the sun”), a calque of Latin dies Solis. Compare Low German Sünndag, German Sonntag, West Frisian snein, English Sunday, Danish søndag.

Voeg dit toe aan je bladwijzers

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren Nederlands met learnfeliz .

Oefen met het spreken en memoriseren van " zondag " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands

Notes

Sign in to write sticky notes
Doorgaan