verbroken

Betekenis (Engels)

past participle of verbreken

verbreken

1. (transitive) to break, break up physically
2. (transitive) to break, undo figuratively, e.g. a spell
3. (transitive) to violate (the terms of a contract)
4. (transitive) to annul (a court ruling) on procedural grounds

Lees verder

Synoniemen

gekraakt

verbijzeld

geknakt

opengereten

afgebroken

Vertalingen

zerspalten

κομμένος

σπασμένος

broken

disjointed

fractured

halting

kaput

saddening

out-of-service

borky

pooched

ratshit

puckeroo

مكسور