thuis

Betekenis (Engels)

at home (at one's dwelling or in one's home area)

thuis

tehuis

huis

huis-

heem

huizen

naar huis

Frequentie

Uitgesproken als (IPA)

/tœy̯s/

From Middle Dutch thuus, contraction of te huus; equivalent to modern te + huis.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " thuis " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Zinnen

Hier voel ik mij thuis .

This is where I feel at home.

Ze had nog een vergadering en was pas laat thuis van het werk .

She had another meeting and was home late from work.

Door de staking werk ik morgen van thuis .

Due to the strike, I will be working from home tomorrow.

Anna heeft Eva en Fleur uitgenodigd voor een barbecue bij haar thuis .

Anna invited Eva and Fleur to a barbecue at her home.

Questions