schrik
Betekenis (Engels)
-
- (masculine) shock, sudden fear or dread
- (masculine) fear, terror, menace
Concepten
schrik
angst
ontzetting
ontsteltenis
vrees
beroering
schrikkelijkheid
commotie
consternatie
opschudding
verbijstering
verwarring
bezorgdheid
gesel
plaag
schroom
verlegenheid
ontzag
alteratie
paniek
terreur
beduchtheid
ongerustheid
zorg
tobberij
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/sxrɪk/
Etymologie (Engels)
From schrikken. Compare German Schreck.
Nieuw
schrikken
-
- (intransitive) to be startled, to get a scare
- (transitive) to quench (cool rapidly by immersion)
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " schrik " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
