schep

Betekenis (Engels)

Noun

scoop, shovel

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of scheppen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of scheppen:
3. (form-of, imperative) inflection of scheppen:

scheppen

• Verb
• Noun

Lees verder

Synoniemen

schop

schup

spade

blik

Vertalingen

pelle

Schaufel

pala

shovel

pá

Schüppe

φτυάρι

pala

Schippe

scoop

paletta

مِجْرَفَة

bêche

merr

kürek

Uitgesproken als (IPA)

/sxɛp/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: schep

Verwant aan Nederlands: schop

In summary

From Middle Dutch schep, from Middle Dutch scheppen. Compare Dutch schop.