haastig
Betekenis (Engels)
- hasty, rash, impetuous
- (dialectal) irritable, quick to anger
Concepten
haastig
snel
vlug
gauw
gezwind
spoedig
gehaast
inderhaast
rap
gehaasd
gejaagd
overijld
oppervlakkig
vluchtig
nonchalant
jachtig
schielijk
ijlings
aanstonds
aldra
binnenkort
dra
eerdaags
eerlang
eerstdaags
seffens
straks
weldra
welhaast
Frequentie
Met koppelteken als
haas‧tig
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɦaːs.təx/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch haestich. Equivalent to haast + -ig.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " haastig " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina