kwaad

Betekenis (Engels)

Adj

1. angry, furious
2. bad, evil, crooked

Noun

1. (neuter) evil
2. (neuter) harm

Synoniemen

boos

slecht

👎

euvel

kwalijk

👎

verkeerd

beroerd

👎

kwade

woedend

giftig

misstand

kwaadaardig

ongemak

vertoornd

verstoord

gebelgd

😠

gram

vergramd

met opgestoken zeilen

op hoge poten

lelijk

boze

onrecht

boosaardig

verbolgen

😠

verkeerde

ruige

doldriftig

erg

nijdig

😠

prikkelbaar

slechte

verwoed

wild

woest

cholerisch

onheilig

knorrig

Uitgesproken als (IPA)

/kʋaːt/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: quâet

Overgenomen van Old Dutch: *kwāt

In summary

From Middle Dutch quâet, from Old Dutch *kwāt, from Proto-West Germanic *kwād.

Zinnen

Wie is er kwaad op wie als je kwaad bent op jezelf ?

Who's mad at who when you're mad at yourself?

Oorlogen en conflicten halen vaak onvoorstelbaar kwaad in zulke mensen naar boven .

Wars and conflicts often bring out unimaginable evil in such people.