flink

Betekenis (Engels)

Adj

1. large, sturdy
2. brave, showing no pain or fear
3. considerable

Adv

considerably, very

Concepten

flink

ferm

dapper

eerlijk

kranig

braaf

manhaftig

vriendelijk

degelijk

solide

moedig

energiek

krachtig

voortvarend

deugdelijk

gedegen

hecht

vast

goed zo

groot

heel

handig

stoer

statig

grondig

deftig

fatsoenlijk

netjes

behoorlijk

in orde

regelrecht

gezet

en

goed

geducht

crimineel

misdadig

oprecht

rechtschapen

belangrijk

vergaand

Uitgesproken als (IPA)

/flɪŋk/

Etymologie (Engels)

Borrowed from Middle Low German flink (“quick, gleaming”). Perhaps ultimately related to Proto-Germanic *flakurōną (“to flutter, beat repeatedly”). Compare also Middle Dutch vlinken (verb).

Zinnen

Je mag flink wat variatie brengen in hoe je de zinnen uitspreekt .

You can bring a lot of variation in how you pronounce the sentences.