gegaan

Betekenis

past participle of gaan

Frequentie

Met koppelteken als

ge‧gaan

Uitgesproken als (IPA)

/ɣəˈɣaːn/

Nieuw

gaan

(intransitive) to go, to move from one place to another
(intransitive) to leave or depart, to move away
(intransitive) to lead (in a direction)
(intransitive) to proceed (well or poorly)
(auxiliary) Forms the future tense of a verb, similarly to English going to future tense
(auxiliary) to start to, begin to, to be going to

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " gegaan " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Zinnen

Maar u had de stemming al gesloten en bent verder gegaan .

But you declared the vote adopted and moved on.

Wij zijn weer
🔁

terug naar huis
🏠

gegaan – zij zijn daar gebleven .

We came home and they stayed there.

De draadloze boor van Jelle is kapot gegaan .

Jelle's cordless drill bit broke.

Questions