bus
Betekenis (Engels)
-
- (masculine) bus, omnibus (vehicle)
- (masculine) minibus, minivan
- (masculine) bus (electrical conductor)
Synoniemen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/bʏs/
Etymologie (Engels)
Shortening of omnibus, from Latin omnibus (“for everything/all”); dative plural of omnis (“all”).
Nieuw
bussen
-
to put into a mailbox
Markeer dit
Verbeter je uitspraak
Schrijf dit woord
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " bus " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes