aftrekken

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to pull off
2. (transitive) to subtract
3. (transitive) to clean/level etc. with a squeegee
4. (slang,transitive) to wank, to jerk off, to give a hand job; to stimulate one's own or another person's penis using the hand

Concepten

aftrekken

sterven

vergaan

verscheiden

afnemen

korten

rissen

ritsen

verminderen

doodgaan

overlijden

versmachten

afhalen

afpakken

afsnijden

afsteken

aftellen

inhouden

weghalen

wegnemen

afhouden

rukken

in mindering brengen

afslaan

korting geven

overslaan

weglaten

doen

broekaf

masturberen

aftrekking

afscheuren

fotograferen

afmaken

afmatten

neerschieten

neerslaan

omhakken

omvallen

slachten

slopen

uitputten

vellen

verslaan

Met koppelteken als

af‧trek‧ken

Uitgesproken als (IPA)

/ˈɑftrɛkə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch aftrecken. The sense “to subtract” was coined by Simon Stevin as a calque of Latin dētrahō. Equivalent to af + trekken.

Zinnen

In het eerste leerjaar leer je simpele sommen waarbij je moet optellen en aftrekken .

In the first year, you learn simple sums where you have to add and subtract.