debilis
Betekenis (Engels)
- (declension-3, two-termination) weak, frail, feeble
- (declension-3, two-termination) lame, disabled, crippled, infirm, debilitated
Tegenovergesteld aan
praevalēns, fortis, potis, potēns, validus, strēnuus, compos
Synoniemen
Vertalingen
Uitgesproken als (IPA)
[ˈdeː.bɪ.lɪs]
Etymologie (Engels)
Traditionally derived from dē- + habilis; see the same contraction in dēbeō. Later scholarship suggests instead a derivation from dē- + Proto-Indo-European *bel- (“power, strength”). Compare Sanskrit बल (bala), Russian большой (bolʹšoj), Ancient Greek βελτίων (beltíōn, “better < stronger”).
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Latijn met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " debilis " en vele andere woorden en zinnen in Latijn .