comis

Betekenis (Engels)

Adj

1. (declension-3, two-termination) courteous, kind, obliging, affable, gracious, polite
2. (declension-3, two-termination) elegant, cultured

Noun

dative/ablative plural of coma

Concepten

voorkomend

vriendelijk

lief

aardig

innemend

liefelijk

schattig

snoeperig

snoezig

zacht

zoet

bekoorlijk

beminnelijk

charmant

Synoniemen

lepidus

amoenus

bellus

suavis

Vertalingen

freundlich

gentil

affable

cortese

afável

amável

bondoso

👍

αγαθός

gradevole

leutselig

kind

carino

amichevole

grazioso

Uitgesproken als (IPA)

[ˈkoː.mɪs]

Etymologie (Engels)

From Old Latin cosmis, from Proto-Italic *komsmis, from Proto-Indo-European *smey- (“to smile”) (whence mīrus).