fretta

Betekenis (Engels)

Noun

hurry, haste, rush

Verb

1. (form-of, indicative, present, singular, third-person) inflection of frettare:
2. (form-of, imperative, second-person, singular) inflection of frettare:

Concepten

haast

haastigheid

rapheid

snelheid

spoed

vaart

gezwindheid

vlugheid

ijl

Synoniemen

furia

precipitazione

premura

potenza

forza

velocità

prèscia

prèscia

energia

forza vitale

potere

sforzo

urgenza

vigore

l’essere frettoloso

Vertalingen

hurry

haste

prisa

hâte

Eile

pressa

Hast

rush

précipitation

hastiness

pressa

apuro

speed

acele

Met koppelteken als

frét‧ta

Uitgesproken als (IPA)

/ˈfret.ta/

Etymologie (Engels)

Deverbal from frettare + -a.