ser

Betekenis (Engels)

Verb

1. (copulative) to be
2. (auxiliary) to be; forms the passive voice
3. (intransitive) to be (to have as one’s place of origin)
4. (intransitive) to be (someone’s); to belong to
5. (intransitive) to be for; to be to (to have as its purpose)
6. (intransitive) to be; indicates persistence or reiteration

Noun

being (living creature)

Uitgesproken als (IPA)

/ˈseɾ/

Etymologie (Engels)

From Old Galician-Portuguese ser, from Early Medieval Latin essere, from Latin esse. The forms son (“I am”) and sodes pl (“you are”) derive from a Vulgar Latin *sonō and *sutis.
Along the way, the verb absorbed Old Galician-Portuguese seer < Latin sedēre (“sit”). The latter supplied the present subjunctive of modern ser, where /-ʃ-/ reflects Late Latin /-(d)j-/, as in sexa < sedeat).

Zinnen

E así debeu ser ó primeiro .

En dus moet het de eerste zijn geweest.

Vostede imaxina o que pode ser iso , ¿ non ?

Je stelt je voor wat dat kan zijn, toch?

Declarou axiña querer ser o papa da paz .

Hij verklaarde snel de paus van vrede te willen zijn.

Ademais esixíaselles ser fillos de pais libres .

Bovendien moesten ze kinderen van vrije ouders zijn.

Pode ser considerado a antropoloxía da música .

Het kan worden beschouwd als de antropologie van muziek.

Unha posible causa da morte puido ser encefalite tras unha crise nerviosa .

Een mogelijke doodsoorzaak kan encefalitis zijn geweest na een zenuwinzinking.

Pode ser considerada unha lingua tanto lóxica como filosófica .

Het kan worden beschouwd als een logische en filosofische taal.

Vostede debe de ser unha profesora experta —comentou.

Je moet een deskundige leraar zijn, 'zei hij.