culpa

Betekenis

Noun

blame, guilt

Verb

1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of culpar:
2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of culpar:

Uitgesproken als (IPA)

[ˈkulpɐ]

Etymologie

From Old Galician-Portuguese culpa, a learned borrowing from Latin culpa.

Zinnen

A culpa en sentido amplo abrangue a culpa en sentido estrito.

De schuld in de brede zin beslaat de schuld in de strikte zin.