bot

Betekenis (Engels)

Adj

1. curt, blunt, rude
2. dull (as a knife)

Adv

very, quite

Noun

flounder (a type of fish)

Uitgesproken als (IPA)

/bot/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Old Frisian: butie

Verwant aan Engels: butt#Etymology 1

Verwant aan Nederlands: bot

Verwant aan Engels: halibut

In summary

From Old Frisian butie, from Proto-West Germanic *butt, from Proto-Germanic *buttaz (“end piece”), related to English butt.

Zinnen

It hat my altyd heel bot boeid.

Het heeft me altijd zo veel gekomen.

It tal oanmeldingen by de skoalle is dit jier bot groeid.

Het aantal aanmeldingen op de school is dit jaar BOT gegroeid.