matériel

Betekenis (Engels)

Noun

1. equipment, supplies
2. hardware

Adj

material

Concepten

materieel

gereedschap

outillage

hardware

gerei

stoffelijk

apparatuur

materiële

wereldlijk

wereldlijke

materiaal

inrichting

bedrijf ’’n’

centrale

site

melkinstallatie

rollend materieel

stoffelijk

faciliteit

voorziening

apparaat

hulpmiddel

instrument

toerusting

toestel

uitrusting

Uitgesproken als (IPA)

/ma.te.ʁjɛl/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old French materiel, from Late Latin māteriālis (“material, made of matter”), from Latin māteria (“wood, material, substance”) from māter (“mother”).

Zinnen

Le matériel à analyser est le plus souvent fourni par la biopsie hépatique .

De te analyseren apparatuur wordt meestal geleverd door leverbiopsie.