diffuser

Betekenis (Engels)

1. to diffuse
2. to broadcast

Concepten

omroepen

rondsturen

uitzenden

verspreiden

uitstrooien

verbreiden

diffuus

dissemineren

rondbrengen

uitbreiden

uitdragen

uitzaaien

Synoniemen

répandre

propager

disséminer

parsemer

disperser

radiodiffuser

déployer

étendre

programmer

proclamer

saturer

transmettre

transporter

montrer en avant-première

adresser

radiodiffusion

distribuer

divulguer

émettre

émission

entrer

éparpiller

livrer

pénétrer

Vertalingen

diffuse

diffondere

broadcast

difundir

verbreiten

spread

difundir

senden

diffundieren

air

trasmettere

transmitir

übertragen

propagate

diramare

Uitgesproken als (IPA)

/di.fy.ze/

Etymologie (Engels)

From diffus.