affecter

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to feign, affect (an emotion, etc.)
  2. to allocate (something),
  3. (transitive) to assign someone, to post someone
  4. (transitive) to affect, influence

Concepten

ontroeren
bewegen
aandoen
aangrijpen
toewijzen
treffen

comedie spelen

beïnvloeden
inwerken
irriteren

murw maken

neerzetten
ontstemmen
plaatsen
veinzen
verslechteren
verzwakken

weekmaken

werken op

z. aanstellen

zich aanstellen

aangrijpen

een indruk maken op

emotioneren
aanpassen
aantasten
aanwenden
bedroeven
begeren
beschadigen
ergeren
Synoniemen

assigner
24k
feindre
21k
évoluer
C2
émouvoir
31k
évaluer
C1
peiner
46k
allouer
chagriner
affliger
toucher
B1
destiner
atteindre
B1
remuer
C1
développer
C1
attribuer
C2

faire semblant (de)

minauder
navrer
attrister
accabler
32k

faire l’hypocrite

prétendre
C1
répartir
32k
concerner
37k
désoler
44k
tendre
B2
jouer la comédie
devenir
A2
muter
24k
obtenir
B1
octroyer
percuter
25k
placer
B2
poser
A2
pousser
B1
prendre des airs
regarder
A1
rendre
A1
réserver
C1
simuler
C2
situer
26k
souffrir
B1
subir
B2
viser
C1
altérer
23k

donner des airs

prédestiner

être affecté

abîmer
C2
impacter
Vertalingen

affect
afectar
afetar
afectar
move
assign
influence
comover
conmover
feign
bewegen
affettare
afectar
beeinflussen
impact
Frequentie

C2
Uitgesproken als (IPA)
/a.fɛk.te/
Etymologie (Engels)

Geleend van Latijn
affectō
In summary

Learned borrowing from Latin affectāre.

Verbeter je uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes
Frans