chronique

Betekenis (Engels)

Adj

chronic (that which continues over an extended period of time)

Noun

1. chronicle
2. newspaper column

Noun

a patient who has a chronic condition

Concepten

chronisch

kroniek

feuilleton

slepend

langdurig

gewoon

gewoonlijk

geschiedenis

Uitgesproken als (IPA)

/kʁɔ.nik/

Etymologie (Engels)

Borrowed from Latin chronicus, from Ancient Greek χρονικός (khronikós, “of time”), from χρόνος (khrónos, “time”).

Zinnen

La chronique de Morée évoque souvent la ville .

De kroniek van Morée roept vaak de stad op.