pico
Betekenis (Engels)
-
- (masculine) beak (of a bird)
- (masculine) sharp point
- (masculine) pick, pickaxe
- (masculine) peak, summit (of a mountain)
- (masculine) spout
- (masculine) a bit, a little
- (masculine) crest
- (Bolivia,Chile,Costa-Rica,masculine,vulgar) penis
- (Argentina,Bolivia,Colombia,colloquial,masculine) kiss
- (colloquial,masculine) trap; gob (mouth)
Concepten
snavel
bek
tuit
neb
pikhouweel
snater
specht
leuter
lul
piemel
pik
nebbe
vogelbek
schoffel
snep
pikaks
bergtop
piek
spits
top
houweel
schenktuit
fallus
jongeheer
kaneelstokje
lid
penis
plasser
roede
snikkel
Frequentie
Met koppelteken als
pi‧co
Uitgesproken als (IPA)
/ˈpiko/
Etymologie (Engels)
Inherited from Old Spanish bico, from Latin beccus, from Gaulish *bekkos, from Proto-Celtic *bekkos. It was phonetically influenced by the verb picar (“to peck”). Compare English beak.
Nieuw
picar
- (intransitive) to itch (to feel itchy; to feel a need to be scratched)
- to sting
- to chop
- to bite
- to mince, to dice
- to stab; to wound
- (colloquial) to snack; to nibble; to have a bite
- to rot; to decay; to eat away; to rust
- to pique
- to crush (ice)
- (intransitive) to sting or be pungent to the lips or tongue, be spicy or, of a candy, very sour
- (Mexico,slang) to sexually penetrate, fuck
- (reflexive) to get angry, get annoyed, take offence
- (reflexive) to turn sour
- (Mexico,reflexive) to get addicted, fascinated, enraptured
- (intransitive) to bounce
Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " pico " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .
Ga naar onze Spaans cursuspagina