nace

Betekenis

  1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of nacer:
  2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of nacer:

Frequentie

C1
Met koppelteken als
na‧ce
Uitgesproken als (IPA)
/ˈnaθe/

Nieuw
nacer

  1. to be born, to sprout, to begin to grow; to hatch (out)
  2. to grow; to rise, to have its source (river); to rise (sun); to have its roots; to arise

Spaans

Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " nace " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .

Ga naar onze Spaans cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes
Zinnen

Questions