nace
Betekenis
- (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of nacer:
- (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of nacer:
Frequentie
Met koppelteken als
na‧ce
Uitgesproken als (IPA)
/ˈnaθe/
Nieuw
nacer
- to be born, to sprout, to begin to grow; to hatch (out)
- to grow; to rise, to have its source (river); to rise (sun); to have its roots; to arise
Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " nace " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .
Ga naar onze Spaans cursuspagina