apretar

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to squeeze
2. (transitive) to tighten, constrict or compress
3. (transitive) to press (e.g., a button)
4. (transitive) to pull (e.g., the trigger)
5. (transitive) to grit (e.g., one's teeth), to clench (e.g., one's fist)
6. (transitive) to push down (e.g., a toilet plunger)
7. (transitive) to hold back
8. (transitive) to hold on to something

Concepten

drukken

persen

dringen

knellen

aandrukken

pressen

klemmen

knijpen

aaneensluiten

bergen

bijschuiven

binden

insluiten

nauwer aanhalen

opbergen

opsluiten

opwinden

spannen

strekken

uitrekken

verdichten

wegbergen

wegsluiten

aandringen

accelereren

bespoedigen

haasten

jachten

tot haast aanzetten

urgent zijn

verhaasten

versnellen

Met koppelteken als

a‧pre‧tar

Uitgesproken als (IPA)

/apɾeˈtaɾ/

Etymologie (Engels)

Inherited from Late Latin appectorāre (undergoing metathesis in Old Spanish; compare similar occurrences in pretal, pretil, pretina), from Latin pectus (“chest”). Compare Portuguese apertar, Catalan apitrar.