acabar

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to finish; to end
2. (catenative) to end up (eventually doing)
3. (catenative) to have just; just (indicates recency)
4. (pronominal) to run out of
5. (pronominal) to come to an end, to be over, to be done, to be finished, to be it, to be no more, to be up
6. (Latin-America,slang,vulgar) to orgasm; to cum

Concepten

beëindigen

eindigen

ophouden

afmaken

afsluiten

stoppen

stilleggen

besluiten

voleindigen

opmaken

einde

uitmaken

afwerken

aflaten

verdoen

verklungelen

verkwisten

vermorsen

verspillen

uitscheiden

wijken

opheffen

uiteendrijven

uiteenjagen

verspreiden

verstrooien

uitzuigen

voltooien

aflopen

uitgaan

uitlopen

uitraken

verlopen

afbreken

opbreken

staken

stelpen

stopzetten

opgebruiken

opteren

vernietigen

klaarkomen

komen

einden

heengaan

doden

dooddoen

ombrengen

termineren

doodslaan

onderbreken

fatsoeneren

in het net schrijven

culmineren

finaliseren

oprijen

Met koppelteken als

a‧ca‧bar

Uitgesproken als (IPA)

/akaˈbaɾ/

Etymologie (Engels)

Inherited from Vulgar Latin *accapāre. By surface analysis, a- + cabo (“end, conclusion”) + -ar.