promise
Betekenis (Engels)
-
- an oath or affirmation; a vow
- A transaction between two persons whereby the first person undertakes in the future to render some service or gift to the second person or devotes something valuable now and here to his use.
- Reason to expect improvement or success; potential.
- A placeholder object representing the eventual result of an asynchronous operation.
- (obsolete) bestowal or fulfillment of what is promised
Concepten
beloven
belofte
toezeggen
uitloven
toezegging
uitloving
verzeggen
woord
assureren
behoeden
beschermen
betuigen
beveiligen
borg staan voor
garanderen
in veiligheid brengen
nakomen
naleven
sponsoren
uitvoeren
veilig stellen
verrichten
vervullen
verzekeren
voltrekken
vrijwaren
waarborgen
drukken
erewoord
promesse
woord van eer
bedenken
denken
fantaseren
imagi
inbeelden
nadenken
verbeelden
zich verbeelden
profeteren
voorspellen
Frequentie
Met koppelteken als
prom‧ise
Uitgesproken als (IPA)
/ˈpɹɒmɪs/
Etymologie (Engels)
From Middle English promis, promisse, borrowed from Old French promesse, from Medieval Latin prōmissa, Latin prōmissum (“a promise”), feminine and neuter of promissus, past participle of prōmittō (“I send or put forth, let go forward, say beforehand, promise”), from pro (“forth”) + mittere (“to send”); see mission. Compare admit, commit, permit, etc. Displaced native Old English ġehātan (“to promise”) and ġehāt (“a promise”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " promise " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes