shoo

Betekenis (Engels)

Verb

1. (informal, transitive) To induce someone or something to leave.
2. (informal, intransitive) To leave under inducement.
3. (informal, rare) To usher someone.

Intj

Go away! Clear off!

Pron

Alternative form of she.

Concepten

aandrijven

opjagen

drijven

voortdrijven

duwen

aanduwen

douwen

stoten

dringen

verjagen

wegjagen

voortdrijven

doen vertrekken

bannen

achtervolgen

najagen

narennen

uitwijzen

verbannen

verdrijven

vervolgen

wegdrijven

drijven

aandrijven

Synoniemen

drive on

impel

drive

chase

actuate

pursue

propel

shoo away

drive away

thrust

push

eject

frighten away

shoo off

evict

pshaw

remove

repel

send away

stalk

take away

throw out

turn away

turn out

winkle out

banish

begone

chase away

drive off

fight off

force out

go away

harrow

herd

hush

mobilise

oppress

persecute

prosecute

Vertalingen

pschtt

pousser

tocar

tanger

arriar

anfeuern

treiben

empaitar

vor sich hertreiben

acuitar

impellir

jagen

foragitar

conduir

chasser

Uitgesproken als (IPA)

/ʃuː/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelengels: schew

Verwant aan Middelhoogduits: schū

Verwant aan Duits: scheu

Verwant aan Nederlands: schuwen

Verwant aan Duits: scheuchen

Overgenomen van Middelengels: scho

Overgenomen van Oudengels: hēo

In summary

From Middle English schew, schowe, show, showe, scou (“shoo!”, interjection). Compare Middle High German schū, schuo (“shoo!”, interjection) (modern German scheu! (“shoo!”)), Dutch schuwen (“to shun”), German scheuchen (“to scare, drive away”).