maker
Betekenis (Engels)
- Someone who makes; a person or thing that makes or produces something.
- God.
- A poet.
- Someone who signs a promissory note, thereby becoming responsible for payment.
Synoniemen
manufacturing business
actor
manufacturing plant
six points
manufacturing works
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈmeɪk.ə/
Etymologie (Engels)
In summary
From Middle English maker, makere, equivalent to make + -er. Compare Scots makar, Saterland Frisian Moaker, West Frisian makker, Dutch maker, German Macher, Danish mager, Swedish makare. Doublet of makar.
Voeg dit toe aan je bladwijzers
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " maker " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels
Notes