one

Betekenis

Frequentie

A1
Uitgesproken als (IPA)
/wʌn/
Etymologie

From Middle English oon, on, oan, an, from Old English ān (“one”), from Proto-West Germanic *ain, from Proto-Germanic *ainaz (“one”), from Proto-Indo-European *h₁óynos (“single, one”). Cognate with Scots ae, ane, wan, yin (“one”); North Frisian ån (“one”); Saterland Frisian aan (“one”); West Frisian ien (“one”); Dutch een, één (“one”); German Low German een; German ein, eins (“one”); Danish en (“one”); Swedish en (“one”); Norwegian Nynorsk ein (“one”), Icelandic einn (“one”); Latin ūnus (“one”) (Old Latin oinos); Russian оди́н (odín), Spanish uno. Doublet of a, an, and Uno. Use as indefinite personal pronoun influenced by unrelated French on. Verb form from Middle English onen.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " one " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes
Zinnen

Questions