ice-cold

Betekenis (Engels)

Adj

1. As cold as ice; very cold.
2. (figuratively) Without emotion; distant.

Noun

A cold serving of beer.

Concepten

ijskoud

in de verte

Synoniemen

icy

freezing

frosty

gelid

frigid

stone-cold

very cold

arm’s length

cold

🥶

cool and luscious

far off

frore

frozen

glacial

algid

ice cold

Vertalingen

glacial

glacé

ghiacciato

gélido

eiskalt

gelido

buz gibi

helado

gelado

gélido

glacial

lontano

gelato

freddo

🥶

Uitgesproken als (IPA)

/ˈaɪskəʊld/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelengels: *is-cold

Overgenomen van Oudengels: īsċeald

Verwant aan Saterfries: ieskoold

Verwant aan Fries: iiskâld

Verwant aan Nederlands: ijskoud

Verwant aan Afrikaans: yskoud

Verwant aan Duits: eiskalt

Verwant aan Jiddisch: אײַזקאַלט

Verwant aan Deens: iskold

Verwant aan Zweeds: iskall

Verwant aan Noors: iskald

Verwant aan Faeröers: ísakaldur

Verwant aan IJslands: ískaldur

In summary

From Middle English *is-cold, from Old English īsċeald; equivalent to ice + cold. Cognate with Saterland Frisian ieskoold (“ice-cold”), West Frisian iiskâld (“ice-cold”), Dutch ijskoud (“ice-cold”), Afrikaans yskoud (“ice-cold”), German Low German ieskold (“ice-cold”), German eiskalt (“ice-cold”), Yiddish אײַזקאַלט (ayzkalt, “ice-cold”), Danish iskold (“ice-cold”), Swedish iskall (“ice-cold”), Norwegian iskald (“ice-cold”), Faroese ísakaldur (“ice-cold”), Icelandic ískaldur (“ice-cold”).