hag

Betekenis

Frequentie

C2
Uitgesproken als (IPA)
/hæɡ/
Etymologie

From Middle English hagge, hegge (“demon, old woman”), shortening of Old English hægtesse, hægtes (“harpy, witch”), from Proto-West Germanic *hagatussjā. Cognate with Saterland Frisian Häkse (“witch”), Dutch heks, German Hexe (“witch”). Doublet of hex.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " hag " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions