daughter

Betekenis (Engels)

1. One’s female offspring.
2. A female descendant.
3. A daughter language.
4. A nuclide left over from radioactive decay.
5. A descendant.
6. A female character of a creator.
7. (informal) A familiar address to a female person from an older or otherwise more authoritative person.

Concepten

dochter

kind

dochtertje

zoon

verwant

griet

grietje

meid

meidje

meisje

meiske

zoontje

nakomeling

Met koppelteken als

daugh‧ter

Uitgesproken als (IPA)

/ˈdɔːtə(ɹ)/

Etymologie (Engels)

From Middle English doughter, doghter, from Old English dohtor (“daughter”), from Proto-West Germanic *dohter, from Proto-Germanic *duhtēr, from Proto-Indo-European *dʰugh₂tḗr.

Zinnen

My daughter , you want to prevent us from working ?

Mijn dochter, wil je voorkomen dat we werken?

His daughter Simone is also a successful designer .

Zijn dochter Simone is ook een succesvolle ontwerper.

Three days from now , he would be with the merchant's daughter .

Drie dagen vanaf nu zou hij bij de dochter van de koopman zijn.

His current wife is Nancy Lange , with whom he has a daughter .

Zijn huidige vrouw is Nancy Lange, met wie hij een dochter heeft.

The boy felt a pang in his heart , thinking about the merchant's daughter .

De jongen voelde een pijn in zijn hart en dacht aan de dochter van de koopman.