announcer

Betekenis (Engels)

One who makes announcements.

Concepten

omroeper
omroepster

berichtgever

heraldicus

aankondiger
ceremoniemeester

meedeler

omroep
Synoniemen

broadcaster
33k
master of ceremonies
crier
39k
emcee
28k
speaker
B2
🔈
newscaster
C2
newsreader
36k
herald
C2
messenger
C1
proclaimer
advertiser
caller
C1
spokesman
C2
toastmaster
voiceover
C1
talking head

program announcer

caller-out

network announcer

telegiornali newsreader

anchor
C1
⚓
anchorman
40k
annunciator
commentator
C2
communicator
20k
declarer
informer
C2
linkman
mouthpiece
26k
notifier
reporter
B1
spokesperson
22k
Vertalingen

annonceur
locutor
Ansager
présentateur
speaker
annunciatore
Sprecher
🔈
speaker
anunciante
anunciador
anunciante
anunciador
anunciadora
annunziatore
Frequentie

B1
Uitgesproken als (IPA)
/əˈnaʊnsə/
Etymologie (Engels)

From announce + -er.

Verbeter je uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes
EngelsEngelsEngelsEngelsEngelsEngelsEngelsEngels

Begin met het leren Engels met learnfeliz .

Oefen met het spreken en memoriseren van " announcer " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Arrow pointing to the button
Begin met het leren Engels
Engels
learnfeliz
learnfeliz
/