tauchen

Betekenis (Engels)

1. (weak) to dive
2. (figuratively,transitive,weak) to immerse, to bathe, to submerge

Concepten

duiken

zinken

indompelen

indopen

onderduiken

soppen

onderduwen

onder water zetten

tot zinken brengen

onderwaterzwemmen

onderdompelen

temperen

in de afgrond storten

vlieten

lopen

vloeien

harden

stalen

stromen

Synoniemen

eintauchen

untertauchen

eintunken

tunken

ertränken

stippen

untertunken

versenken

stählen

strömen

täuschen

untergehen

unter Wasser gehen

unter Wasser kommen

versinken

abhärten

schwimmen

🏊

fließen

halluzinieren

härten

hart machen

in den Abgrund stürzen

in den Abgründ versinken

rinnen

Met koppelteken als

tau‧chen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈtaʊ̯xən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German tūchen, touchen, from Old High German -tūhhan, from Proto-West Germanic *dūkan.
Cognate to Dutch duiken, Swedish dyka. The word had become obsolete in Upper German, but was later reintroduced on the basis of Central German dūchen, tūchen and Middle Low German dūken, which had remained common. In the course of this process, the originally strong verb became weak. A derivative with Low German consonantism is ducken (cognate to and synonymous with English duck).

Zinnen

Letztere tauchen , wie gesagt , heute nicht mal mehr in ihrem Arbeitsprogramm auf .

Zoals ik al zei, verschijnt de laatste vandaag niet meer in hun werkprogramma.