waschen
Betekenis (Engels)
to wash
Synoniemen
schlämmen
sich waschen
durchwaschen
Hände waschen
sein Gesicht benetzen
sich den Kopf waschen
sich baden
die Wäsche machen
Frequentie
Met koppelteken als
wa‧schen
Uitgesproken als (IPA)
/ˈvaʃən/
Etymologie (Engels)
From Middle High German waschen, from Old High German wascan, waskan, from Proto-West Germanic *waskan. Cognate with Low German waschen, Dutch wassen, English wash, West Frisian waskje, Danish vaske.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Duits met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " waschen " en vele andere woorden en zinnen in Duits .
Ga naar onze Duits cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions