B1

sprach

Betekenis

first/third-person singular preterite of sprechen

🗣️
sprechen

  1. to speak (some language, the truth, etc.)
  2. to speak, to talk, to give a speech
  3. to say, to speak (a word, phrase, sentence, prayer, etc.)
  4. to have a pronunciation; to be pronounced (some way)
  5. to pronounce (a judgment, a verdict, etc.)
  6. to say (something)
  7. to grant, approve (a loan, funding, etc.)

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Probeer het volgende uit te spreken: " sprach "
Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " sprach " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina
Zinnen
Der   Kommissar   sprach   von   einem   europäischen  Seeverkehrsraum  ohne   Grenzen .

De commissaris sprak over een Europees maritiem verkeersgebied zonder grenzen.

Lees meer

Comments

Ga door met Duits Duits
Duits