sammeln

Betekenis (Engels)

1. (transitive,weak) to gather; to assemble; to collect
2. (reflexive,weak) to congregate; to assemble; to meet
3. (intransitive,weak) to collect money

Concepten

verzamelen

inzamelen

collecteren

innen

oogsten

plukken

rapen

opstapelen

opeenhopen

ophopen

stapelen

accumuleren

opeenstapelen

tassen

bijeenbrengen

ophogen

afhalen

groeperen

medebrengen

medenemen

meebrengen

meenemen

vergaderen

aannemen

accepteren

ontvangen

vergaren

opdoen

concentreren

bijeenkomen

binnenhalen

oppikken

oprapen

acumuleren

zich opstapelen

Met koppelteken als

sam‧meln

Uitgesproken als (IPA)

/ˈzaml̩n/

Etymologie (Engels)

From Middle High German sameln, samlen, samelen, from Old High German *samalōn, from Proto-West Germanic *samalōn (“to bring together, assemble”). Akin to Old High German Old High German samanōn, from Proto-Germanic *samnōną and Old High German gisemōn (“to collect, gather, remain”).