führen

Betekenis (Engels)

1. (transitive,weak) to lead
2. (formal,transitive,weak) to carry, to sell
3. (transitive,weak) to conduct some activity or process, to hold (a discussion, a negotiation), to have (a conversation), to lead (one's life), to wage (a war or campaign), to fight (a war)
4. (transitive,weak) to wield (a weapon)
5. (transitive,weak) to operate (a vehicle)
6. (Austria,Bavaria,transitive,weak) to drive someone; to transport someone or something
7. (reflexive,weak) to behave oneself, to conduct oneself (of prisoner, student or other person under supervision)
8. (intransitive,weak) (of an athlete or sports team) to be in the lead

Concepten

leiden

besturen

voeren

geleiden

brengen

rondleiden

mennen

richten

aanvoeren

dirigeren

de weg wijzen

presideren

voorzitten

doen gaan

beschikbaar hebben

ter beschikking hebben

heersen

trekken

sturen

belenden

behalen

bereiken

grenzen aan

inhalen

leiden tot

reiken tot

resulteren

uitdraaien op

uitgaan

uitkomen

uitlopen

uitlopen op

uitstappen

uitstijgen

uittreden

volgen

voortkomen

voortspruiten

voortvloeien

inrichten

opruimen

regelen

reglementeren

reguleren

ruimen

schikken

stemmen

terechtbrengen

vereffenen

aandrijven

begeleiden

zich gedragen

de weg wijzen

op gang brengen

verwijzen

behandelen

gedragen

vooroplopen

aanwijzen

helpen

gaan

rijden

veroorzaken

leiding geven

regisseren

beheren

autorijden

Met koppelteken als

füh‧ren

Uitgesproken als (IPA)

/ˈfyːʁən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German vüeren, from Old High German fuoren, from Proto-West Germanic *fōrijan, from Proto-Germanic *fōrijaną, originally the causative of faran (“to proceed”).

Zinnen

Außerdem befürchten wir , dass die Annahme dieses Antrags zu einem Vermittlungsverfahren führen würde .

We vrezen ook dat de acceptatie van deze aanvraag zou leiden tot een plaatsingsprocedure.