eindeutig

Betekenis (Engels)

Adj

1. unambiguous, unequivocal, explicit, unique
2. clear, definite

Adv

1. unambiguously
2. clearly, obviously

Concepten

duidelijk

eenduidig

zeker

ondubbelzinnig

expliciet

uitdrukkelijk

bepaald

zonder twijfel

ongetwijfeld

ontwijfelbaar

onverdacht

klaar

niet mis te verstaan

beslist

nadrukkelijk

definitief

Met koppelteken als

ein‧deu‧tig

Uitgesproken als (IPA)

[ˈaɪ̯nˌdɔɪ̯tɪç]

Etymologie (Engels)

eins + deuten + -ig

Zinnen

Doch diese Überzeugungen sind eindeutig gerechtfertigt .

Maar deze overtuigingen zijn duidelijk gerechtvaardigd.

Generell ist Rehbergs Einstellung gegenüber der nationalsozialistischen Ideologie nicht eindeutig zu fassen .

Over het algemeen is de houding van Rehberg ten opzichte van de nationale socialistische ideologie niet duidelijk.