auswählen

Betekenis (Engels)

to choose, to select, to pick

Concepten

kiezen

uitkiezen

verkiezen

uitlezen

uitpikken

uitzoeken

aanduiden

aangeven

aanwijzen

een teken geven

kenmerken

laten zien

merken

tekenen

tentoonspreiden

tonen

uitduiden

uitwijzen

vertonen

wijzen

selecteren

opteren

selecteer

stemmen

Met koppelteken als

aus‧wäh‧len

Uitgesproken als (IPA)

/ˈaʊ̯sˌvɛːlən/

Etymologie (Engels)

aus- (“out”) + wählen (“pick, choose, select”). Compare English pick out.

Zinnen

Am liebsten würde Larissa gleich alle auswählen .

Larissa zou iedereen willen kiezen.